Ga naar inhoud

Wanneer naar huisarts gaan

De huisarts is je eerste aanspreekpunt bij gezondheidsvragen en/of -klachten. Daarom is het altijd verstandig om te bellen met de doktersassistent als je twijfelt of je naar de huisarts moet. Als de huisartsenpraktijk gesloten is, kun je de huisartsenpost bellen als je twijfelt of het kan wachten.

Redenen om huisarts te bellen

Het kan nooit kwaad om de huisarts te bellen als je je zorgen maakt om je eigen gezondheid of dat van een gezinslid. Je krijgt altijd eerst de doktersassistent aan de lijn, die luistert en aanvullende vragen stelt. Daarna kan die bepalen of het nodig is om een afspraak met de huisarts te maken. De doktersassistent kan ook overleggen met je huisarts en later contact met je opnemen.

Zorg door de huisarts

De huisarts kan je gezondheidsklachten in veel gevallen behandelen of verder onderzoeken. Bijvoorbeeld door medicatie voor te schrijven, kleine chirurgische ingrepen te verrichten of tests te doen. Soms heeft de huisarts daar hulp bij nodig van bijvoorbeeld het laboratorium. Als de huisarts je klachten niet volledig zelf kan behandelen of onderzoeken, verwijst die je door naar een specialist.

Voorbeelden van klachten die de huisarts met kleine chirurgische ingrepen kan behandelen zijn:

  • Wonden
  • Ingegroeide teennagels
  • Moedervlekken
  • Talgkliercystes
  • Vetbulten
  • Fibromen
  • (Ouderdoms)wratten
  • Splinters
  • Spiraaltje inbrengen

De kosten van behandeling door je huisarts vallen niet onder het eigen risico. Als de huisarts voor een onderzoek het laboratorium nodig heeft, vallen de kosten van het laboratorium wel onder het eigen risico.

De oorzaak van veel klachten kan doormiddel van bloedonderzoek gevonden worden. Denk daarbij aan het achterhalen van allergieën, bloedarmoede, suikerziekte en andere aandoeningen waar ontstekingen in het bloed op kunnen wijzen. De bloedafname vindt plaats bij de huisarts, maar het onderzoek vindt meestal plaats in het laboratorium.

Soms kan urineonderzoek bepaalde klachten verklaren. Bijvoorbeeld bij het vermoeden van blaasontsteking. Voor dit onderzoek krijg je een speciaal potje om in te urineren. In sommige gevallen kan de huisarts het onderzoek zelf doen om een diagnose te stellen. Als dat niet kan wordt de urine opgestuurd naar het laboratorium.

Als je huisarts bepaalde klachten koppelt aan het functioneren van je hart, kan er in sommige huisartsenpraktijk ook een hartfilmpje (ECG) gemaakt worden. Voor een ECG bij de huisarts betaal je geen eigen risico, maar in het ziekenhuis wel. Op basis van de ECG kan de huisarts je adviseren, behandelen of doorverwijzen naar een cardioloog.

De bloeddruk is een belangrijke indicatie voor de huisarts om de staat van je gezondheid te bepalen. De huisarts kan je bloeddruk meten als je langskomt, maar soms ook een 24-uurs bloeddrukmeting afnemen om een beter beeld te krijgen.

Je krijgt dan een apparaatje aangesloten die je bloeddruk registreert tijdens dagelijkse activiteiten. Of je krijgt een bloeddrukmeter mee naar huis met de opdracht voor een bepaalde periode in de ochtend en in de avond je bloeddruk te meten en te noteren.

Bij benauwdheid, kortademigheid of hoesten kan de huisarts ook zelf een eerste longfunctietest doen. Op basis van de uitslag bepaalt de huisarts of die je verder kan behandelen of door moet verwijzen naar het ziekenhuis. Daar kan een longarts aanvullend onderzoek doen. Voor onderzoek en zorg in het ziekenhuis ga je wel eigen risico betalen.

Wanneer naar huisarts voor verwijzing

Omdat de huisarts valt onder eerstelijnszorg, kun je daar altijd zonder verwijzing terecht. Voor toegang tot tweedelijnszorg, zoals een specialist, heb je vaak een verwijzing van de huisarts nodig. Je krijgt alleen een vergoeding van je zorgverzekering als je bent doorverwezen. Dus je gaat ook eerst naar de huisarts als je tweedelijnszorg nodig hebt voor bijvoorbeeld revalidatie of de psycholoog.

Naast verwijzingen kan de huisarts ook verklaringen of (herhaal)recepten uitschrijven. Een verklaring is bijvoorbeeld nodig als je behandeld wilt worden voor een chronische aandoening. Andere zorgverleners weten dan wat er precies aan de hand is en je zorgverzekeraar kan zo bepalen op welke vergoeding je recht hebt. Voor medicijnen heb je meestal een recept van de huisarts nodig.