Ga naar inhoud

Arbeidsongeschiktheid

Arbeidsongeschikt raken of langdurig ziek worden kan werkelijk iedereen overkomen. Er verandert veel in je persoonlijke en financiële situatie als je niet meer (volledig) kunt werken. Het is daarom verstandig om je daarop voor te bereiden. 

Want hoe voorkom je geldproblemen? Wie bepaalt in hoeverre je arbeidsongeschikt bent en waarom doet dat ertoe? Mag je werken als je deels ongeschikt bent? Welke regelingen en uitkeringen bestaan er allemaal? En wat zijn precies de verschillen tussen werknemers in loondienst en ondernemers?  

Op deze pagina: 

Wat is arbeidsongeschiktheid? 

Er is sprake van arbeidsongeschiktheid wanneer je fysiek en/of mentaal niet meer, of niet volledig, in staat bent om je werk uit te voeren. Dat kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van een langdurige ziekte, een ongeval of psychische klachten wanneer te veel (werk)stress zich ontwikkelt tot een burn-out.  

Lees meer over verschillende mogelijke oorzaken van arbeidsongeschiktheid: van ongevallen op de werkvloer tot RSI, overbelasting en overspannenheid. 

Wat zijn de gevolgen als je arbeidsongeschikt raakt? 

Als je niet meer (volledig) kunt werken, dan zal er veel in je persoonlijke en financiële situatie veranderen. 

  • Werknemers in loondienst die ziek worden of een ongeval krijgen, hebben een vangnet in de vorm van hun werkgever en de WIA-uitkering, waarmee zij in meer of mindere mate zijn verzekerd van een inkomen.  

  • Dat is anders als je ondernemer bent. Als zelfstandige zonder personeel heb je geen recht op loondoorbetaling bij ziekte: niet meer kunnen werken betekent dus geen inkomen. Er is vanuit de overheid geen financieel vangnet geregeld voor zelfstandigen die arbeidsongeschikt raken. Mede daarom wordt in de nabije toekomst de AOV voor ondernemers verplicht

Lees meer over de verschillende regelingen bij arbeidsongeschiktheid of over hoe een AOV werkt

Wat is het verschil tussen gedeeltelijke en volledige arbeidsongeschiktheid? 

Als je nog in staat bent om voor een deel te blijven werken, ben je gedeeltelijk arbeidsongeschikt. Kun je helemaal niet meer werken, dan ben je volledig arbeidsongeschikt. 

Wie bepaalt in hoeverre je arbeidsongeschikt bent? 

Afhankelijk van of je in loondienst bent of als zelfstandige een arbeidsongeschiktheidsverzekering hebt afgesloten, bepaalt een arts, medisch adviseur en/of de arbeidsdeskundige via het UWV of je verzekeraar jouw mate van arbeidsongeschiktheid.   

Uitkeringspercentages en –drempels 

Die mate van arbeidsongeschiktheid hangt samen met het uitkeringspercentage van je AOV of WIA-uitkering. De uitkeringsdrempel voor een AOV ligt bijvoorbeeld op 25%, waar je voor de WIA tenminste 35% arbeidsongeschikt moet zijn om aanspraak te kunnen maken op een uitkering. Afhankelijk van het percentage arbeidsongeschiktheid, krijg je een hogere of lagere uitkering. 

(Gedeeltelijk) arbeidsongeschikt en werken: mag dat?   

Ben je arbeidsongeschikt verklaard, dan zullen jij en (indien van toepassing) je werkgever of verzekeraar je best doen om jou met succes te laten herstellen en re-integreren. Je bent gedurende dat proces inzetbaar voor werk dat past bij wat je op dat moment aankan. Binnen je huidige, of een andere functie of bedrijf.  

  • Ontvang je een WGA-uitkering (onderdeel van de WIA) én werk je tijdens je gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid? Dan zal je loon wel op de uitkering in mindering worden gebracht. Maar als je dus werkt naast zo'n uitkering, heb je daardoor meer inkomen dan wanneer je niet werkt. 

  • Ontvang je een uitkering via je arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) en werk je daarnaast? Dan heeft het inkomen dat wordt verdiend geen invloed op je AOV-uitkering. 

Welke uitkeringen en regelingen zijn er bij arbeidsongeschiktheid?   

Afhankelijk van of je een werknemer in loondienst bent of zelfstandige zijn er verschillende mogelijkheden.

1. De opties voor arbeidsongeschikte zelfstandigen 

Als zelfstandige met of zonder personeel ben je zelf verantwoordelijk voor een financieel vangnet voor wanneer je (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt raakt en niet langer (volledig) kunt werken. Vanuit de overheid is zoiets namelijk niet voor je geregeld. Pas wanneer je aantoonbaar onvoldoende inkomen of eigen vermogen hebt om in je levensonderhoud te voorzien - er wordt hiervoor gekeken naar je (partner)inkomen, spaargeld, bezittingen, eigen huis en bedrijf -, kom je in aanmerking voor een bijstandsuitkering. En dat wil je natuurlijk voorkomen.

Dus welke opties heb je als ondernemer? Bestaat ook voor jou een uitkering bij arbeidsongeschiktheid? Je kunt je op verschillende manieren beschermen tegen inkomensverlies: 

Wat geld opzijzetten, is altijd een goed idee. Dat geeft ademruimte. Vraag je af: hoe lang kan ik daarvan leven zonder verder inkomen? Breng om die vraag te beantwoorden je uitgaven in kaart, ontdek waarop je kunt besparen als het nodig zou zijn en bereken zo je speelruimte.

Het is prettig om te weten dat je daarmee bijvoorbeeld drie maanden of een half jaar kunt uithouden. Maar hoe groot je buffer ook is, het is geen oneindige bron van inkomsten en bovendien kost het tijd om zo'n potje bijeen te sparen. Een risico, omdat je ondertussen wel arbeidsongeschikt kunt raken. 

Misschien heb je daarnaast een partner op wie je kunt leunen wanneer je tijdelijk zonder inkomsten komt te zitten. Heeft deze een goed, vast inkomen? Maak samen een financiële planning om te ontdekken hoe lang jullie op deze manier een periode van ziekte kunnen overbruggen.  

Daarbij geldt opnieuw: je vaste lasten lopen gewoon door en een spaarpotje opbouwen duurt langer dan het opmaken ervan. Het is dus ook een tijdelijke oplossing. 

Een AOV afsluiten kan een verstandige beslissing zijn om in een vervangend inkomen te voorzien. Een oplossing waar je jaren op kunt bouwen. Dat kan zelfs tot aan je AOW-leeftijd. En dat geeft zekerheid.  

  • Je krijgt met zo'n verzekering volop ondersteuning om te voorkomen dat je uitvalt.

  • Raak je toch arbeidsongeschikt, dan krijg je een maandelijkse uitkering en ben je verzekerd van inkomen. In het geval van ziekte, een burn-out of ongeval, maar ook bij zwangerschap.

  • Ook mag je rekenen op persoonlijke begeleiding bij je re-integratie, zodat je zo snel mogelijk weer aan het werk kan. Zo kun je de toekomst van je onderneming vorm blijven geven.   

De hoog beoordeelde AOV van Univé kan een uitkomst zijn. Je betaalt dan een maandelijkse premie die aftrekbaar is van de belasting. Hoe hoog deze uitvalt, hangt af van de keuzes die jij zelf maakt. Je kiest bijvoorbeeld zelf welk deel van je inkomen je wilt verzekeren en hoelang je wilt dat de uitkering doorloopt. 

Wat is een AOV?

Een Broodfonds is een kleinschalige collectieve voorziening voor arbeidsongeschikte ondernemers die daarmee maximaal twee jaar op een uitkering kunnen rekenen. Zo'n fonds wordt ook wel schenkkring genoemd en is een vereniging die bestaat uit een groep van twintig tot vijftig zelfstandige ondernemers. Zij storten iedere maand geld op hun eigen Broodfondsrekening. Wanneer een lid arbeidsongeschikt raakt, maken alle overige deelnemers elke maand een bedrag over van hun eigen rekening naar het lid dat niet kan werken. 

Het is een kleinschalige, persoonlijke en transparante oplossing voor en door ondernemers. Met dezelfde voorwaarden voor alle leden, en gebaseerd op het onderlinge vertrouwen. Toch zijn er ook nadelen: de maximale uitkeringsduur is twee jaar à maximaal 2500 euro per maand. De inleg is niet aftrekbaar voor de belasting en je krijgt geen professionele hulp bij re-integratie. 

Wat is een Broodfonds?

Je kunt een AOV en een Broodfonds slim combineren. Kies je bijvoorbeeld voor een AOV met een eigenrisicotermijn van twee jaar, dan is een kortdurende arbeidsongeschiktheid gedekt via het Broodfonds. Deze keert namelijk maximaal twee jaar uit. Ben je langer ziek? Dan keert de AOV vanaf het derde jaar uit. 

Het voordeel van deze constructie: als je de eigenrisicoperiode van je AOV afstemt op de periode waarin het Broodfonds uitkeert, dan zijn de maandelijkse kosten voor de AOV dus lager. En ben je ook voor de lange termijn verzekerd van een inkomen. 

Je kunt er ook voor kiezen om een vrijwillige Ziektewet- of WIA-verzekering bij het UWV af te sluiten.  

Word je als werknemer of vanuit een uitkering zelfstandig ondernemer? Dan kun je binnen 13 weken deze verzekeringen afsluiten. Daarmee ontvang je 70-75% van je verzekerde inkomen via een uitkering. Het dagloon dat je verzekert, is gebaseerd op het inkomen dat je kwijtraakt als je ziek wordt.

  • De Ziektewet-verzekering biedt maximaal twee jaar een inkomen als je ziek bent. 
  • De WIA-verzekering, de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor de WIA, biedt een inkomen nadat je twee jaar door een ziekte of handicap in het geheel niet hebt kunnen werken. Vraag je WIA aan, dan beoordeelt UWV wat je nog kunt verdienen, rekening houdend met je ziekte of handicap. Deze uitkering loopt maximaal door tot aan je AOW-leeftijd. 

Een individuele AOV tegen collectie voorwaarden is mogelijk via verschillende branche- en beroepsorganisaties. Er zijn ook belangenverenigingen voor zelfstandigen die hun leden deze mogelijkheid bieden. 

2. Regelingen voor arbeidsongeschikte werknemers en andere uitkeringen via het UWV 

De eerste twee jaar van je arbeidsongeschiktheid zijn er andere mogelijkheden en voorwaarden dan daarna. 

Nog geen twee jaar ziek? 

Dan heb je mogelijk recht op: 

  • loondoorbetaling via je werkgever (de eerste twee jaar van je ziekte is je werkgever verplicht om tenminste 70% van je brutoloon door te betalen, tot aan een eventuele WIA-uitkering), of indien niet van toepassing:

  • een Ziektewetuitkering, wanneer je geen vaste baan hebt (en bijvoorbeeld uitzendkracht, oproep- of invalkracht bent); je contract gedurende je ziekte afloopt; je een WW-uitkering krijgt; of wanneer je weliswaar een werkgever hebt, maar een als hoger beschouwd ziekterisico hebt, zoals orgaandonoren en zwangere vrouwen. 

Al langer dan twee jaar ziek? 

Dan heb je via het UWV mogelijk recht op een: 

  • WIA-uitkering (‘Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen’) 

  • WAO-uitkering (‘Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering’) 

  • WAZ-uitkering (‘Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen’) 

Dus, wat is wat? 

WIA staat voor ‘Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen’. Je kunt een WIA-uitkering aanvragen als je vanwege je ziekte niet of minder kunt werken, én je door je ziekte niet langer je oude loon kunt verdienen. 

Voor de WIA-uitkering geldt een wachttijd van twee jaar (104 weken). Heb je geen Ziektewet-verzekering, houd er dan rekening mee dat je de eerste twee jaar geen inkomen hebt. 

Er zijn binnen deze wet twee soorten uitkeringen: de WGA en de IVA. 

  • De WGA-uitkering, naar ‘Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten’. Deze uitkering kun je mogelijk krijgen als je twee jaar of langer ziek en (in de toekomst) weer (meer) kunt werken én je kunt met dat werk niet meer dan 65% van jouw oude loon verdienen. Deze loongerelateerde uitkering duurt afhankelijk van je werkverleden tussen de 3 en 24 maanden.  

  • De IVA-uitkering, naar ‘Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten’. Op deze uitkering kun je mogelijk aanspraak maken als je niet meer dan 20% van jouw oude loon kunt verdienen én je hebt geen kans op herstel. 

Ook is er de ‘Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering’ (WAO). Deze werd in 2005 opgevolgd door de WIA. Voor wie al een lopende WAO-uitkering had, loopt de WAO gewoon door. Deze uitkering heeft geen vaste einddatum, maar stopt als je weer meer kunt werken of de AOW-leeftijd bereikt. 

Er zijn twee soorten WAO-uitkeringen: een tijdelijke loondervingsuitkering van maximaal 6 jaar voor mensen ouder dan 33 jaar, en een vervolguitkering nadat de tijdelijke loondervingsuitkering is afgelopen. Wie jonger is dan 33 jaar kreeg meteen te maken met de vervolguitkering en liep door tot de AOW-leeftijd. 

De ‘Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen’ (WAZ) was tot in 2004 een verplichte verzekering die ondernemers het recht op een uitkering op het niveau van (maximaal) 70% van het minimumloon gaf als een zelfstandige of ondernemer arbeidsongeschikt werd. Ook lopende WAZ-uitkeringen lopen nog steeds door, maar wordt onder bepaalde omstandigheden ingetrokken. 

Deze uitkeringen aanvragen en verder lezen over alle voorwaarden kan rechtstreeks bij het UWV

Andere slimme tips bij arbeidsongeschiktheid 

Het valt aan te raden om de volgende kansen te verkennen wanneer je arbeidsongeschikt raakt of wanneer je bezig bent om je daarop voor te bereiden. Zoek uit waarop je wel en geen aanspraak kunt maken en maak het onderdeel van je financiële planning. 

  • Als je arbeidsongeschikt raakt, gaat je inkomen doorgaans omlaag. Het kan zijn dat je daardoor ineens recht hebt op (hogere) toeslagen en subsidies, zoals zorg- of huurtoeslag, het kindgebonden budget of op andere regelingen van jouw gemeente.

  • Maak je kosten vanwege jouw ziekte, dan kun je die in sommige gevallen van de inkomstenbelasting aftrekken. Deze aftrekposten maken dat je minder belasting betaalt of zelfs geld terugkrijgt. Het kan daarnaast verstandig zijn om een aanvullende verzekering te nemen, zodat je zorgkosten (beter) gedekt zijn.

  • Met een woonlastenverzekering stel je de betaling van je woonlasten veilig wanneer je inkomen daalt of zelfs wegvalt door arbeidsongeschiktheid. Daarmee kun je de hypotheek van je huis blijven betalen. Hypotheekadvies kan je verder helpen als je vragen hebt rond arbeidsgeschiktheid en je hypotheek.

  • Je bouwt geen pensioen (wel AOW) op over een WIA-uitkering. Mogelijk krijg je van je pensioenuitvoerder wel een arbeidsongeschiktheidspensioen als aanvulling daarop. En als je arbeidsongeschikt bent, loopt je pensioenopbouw meestal gewoon door. Dat wordt premievrijstelling genoemd. 

Voorkomen is beter dan genezen 

Zoals met zoveel zaken in het leven, is het beter om arbeidsongeschiktheid te voorkomen dan te genezen. Univé ondersteunt je daarom graag bij de preventie ervan. Verdiep je in de meest gangbare oorzaken van arbeidsongeschiktheid en wat jij zelf kunt doen om te voorkomen dat je uitvalt. Of lees direct hoe:

Univé helpt voorkomen & beperken