Het eigenwoningforfait wordt ook wel huurwaardeforfait genoemd. Dit is een fiscale bijtelling bij je inkomen, op het moment dat je een eigen koopwoning hebt. Als huiseigenaar betaal je zo belasting over je woongenot. De woning moet wel te boek staan als je hoofdverblijf.

Hoogte eigenwoningforfait

De hoogte van het eigenwoningforfait hangt af van de WOZ-waarde van je woning. Elk jaar stelt de gemeente waarin je woonhuis staat de nieuwe WOZ-waarde vast. Het eigenwoningforfait is een percentage van deze WOZ-waarde. De percentages zijn volgens de Belastingdienst in 2025 als volgt:

Rekenvoorbeeld eigenwoningforfait en belasting

Stel: de WOZ-waarde van je woning is € 500.000. Dan wordt in 2025 0,35% voor je eigenwoningforfait berekend.

€ 500.000 x 0,0035 = €1.750.

Dit bedrag wordt opgeteld bij je inkomen en over dat saldo heft de Belastingdienst dan maximaal 49,50% belasting (in 2024). Het eigenwoningforfait kost je in dit voorbeeld dan maximaal € 866 aan belasting. 

Is je belastbaar inkomen lager dan €76.817? Dan ben je uiteindelijk ook minder kwijt aan het eigenwoningforfait. Je valt dan namelijk met je verzamelinkomen in het lagere belastingtarief. In 2025 geldt voor inkomens tot €38.441 een tarief van 35,82%. Voor inkomens tussen €38.441 en €76.817 geldt een tarief van 37,48%.

Wet Hillen en eigenwoningforfait

Maar wat als je geen of een lage eigenwoningschuld hebt? Je krijgt dan relatief weinig hypotheekrenteaftrek, terwijl je wel gewoon het volledige forfait moet betalen. Hiervoor heeft de Belastingdienst, onder bepaalde voorwaarden, een extra voordeel in het leven geroepen. Je krijgt dan te maken met de Wet Hillen.

Die wet stelt dat het eigenwoningforfait nooit boven de hypotheekrenteaftrek mag uitkomen. Je hebt dan in je aangifte inkomstenbelasting recht op een aftrekpost die het verschil tussen de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait overbrugt.