Filerijden met je auto

Tijdens het rijden in een file lijkt het soms aantrekkelijk om van rijstrook te wisselen, zodat je sneller op je bestemming bent. Toch scheelt dit maar weinig tijd. Bovendien ben je waarschijnlijk niet de enige met dit idee. Als meerdere bestuurders vaker van rijstrook wisselen in de file, kan dit soms juist voor nog meer vertraging zorgen in de file. Blijf daarom op je eigen rijstrook rijden.  

De enige uitzondering hierop is als er met borden of wegmarkeringen is aangegeven dat een rijstrook niet meer toegankelijk is. Je moet dan invoegen op de dichtstbijzijnde rijstrook waar je wel mag rijden. 

Het kan zijn dat je tijdens de korte stukjes vooruit rijden en stilstaan steeds opnieuw wilt optrekken en afremmen. Erg verstandig is dit niet. Dit kost namelijk veel brandstof. Bovendien zijn de uitlaatgassen slecht voor het milieu.  

Maar wat is nu wel handig om te doen? Laat de auto langzaam op de koppeling vooruit rollen zodra het verkeer wat in beweging komt. Als je voor langere tijd helemaal stilstaat in het verkeer, dan kun je je auto beter even afzetten. Zo verspil je geen brandstof. 

Soms, bij een stevige file die lange tijd vaststaat, wordt de vluchtstrook gebruikt als extra rijstrook. Dit wordt dan een spitsstrook genoemd. Met borden wordt aangegeven of en waar dit het geval is.  

Als je deze spitsstrook mag gebruiken, kan dat veel reistijd besparen. Zorg er wel voor dat je voorzichtig rijdt op de spitsstrook. Deze is namelijk een stuk smaller dan een gewone rijstrook.

Tijdens spitsuren zijn de meeste en langste files. Dat is vaak op werkdagen tussen 06:30 en 09:30 en tussen 15:30 en 19:00. Op deze momenten rijden de meeste mensen namelijk van en naar hun werk.  

Is het mogelijk om buiten de spitsuren te reizen? Dan kun je de file en het filerijden zoveel mogelijk uit de weg gaan. 

Door in te voegen op snelheid, zorg je voor minder vertraging. De rest van het verkeer hoeft dan niet af te remmen. Dat zorgt namelijk voor extra vertraging of zelfs een spookfile: een file die uit het niets ontstaat. Op snelheid invoegen doe je door eerst snelheid te maken en pas in te voegen als je net zo hard rijdt als het verkeer op de rijstrook waar je naartoe moet. 

Tijdens het filerijden moet je voldoende afstand houden van de auto’s voor en achter je. De auto’s staan in de file namelijk behoorlijk dicht op elkaar. Als je niet genoeg afstand houdt, kan er een aanrijding ontstaan, met alle vervelende gevolgen van dien. 

Je kunt gemakkelijk bepalen hoeveel afstand je houdt van de auto’s die voor je rijden. Minder makkelijk bepaal je dit voor de auto’s achter je. Zorg daarom voor goede autoverlichting, en dan vooral goed werkende remlichten. Daarmee laat je de bestuurders achter je op tijd weten dat je gaat remmen. Controleer dus altijd of je (rem)lichten nog goed werken. 

Filerijden tijdens gladheid kan zorgen voor gevaarlijke situaties, zoals botsingen. Dat kun je voorkomen door extra voorzichtig te rijden. Let ook op de afstand die je houdt tot andere auto’s. Bij ijzel of (zware) regen kan je auto namelijk gemakkelijk wegglijden door slippen of aquaplaning.