‘Het spelletje maakt marathonschaatsen zo mooi’

Niet gek dus dat ze na het einde van haar carrière verder ging als coach. Met een mooi resultaat: in haar ploeg DGS rijdt de Nederlands kampioen op natuurijs Luna Jonkers.

Nee, het marathonschaatsen is niet één van de meest prominente sporten in Nederland. Tót er natuurijs ligt. “Dan is het ineens de grootste sport en is heel Nederland op het ijs te vinden”, lacht Alida Pasveer. Zelf maakte de coach van Team DGS jaar in, jaar uit behoorlijk wat kilometers op het (natuur)ijs. Na de Elfstedentocht in 1997 zette ze een punt achter een indrukwekkende carrière.

Een sport die Olympische kampioenen voorbrengt
Inmiddels is ze alweer een aantal jaren coach van hetzelfde team: team DGS, voorheen CENNED. “Het marathonschaatsen is wat meer in de schaduw komen te staan van het langebaanschaatsen en ook shorttrack”, begint Pasveer. “Het is een typische Nederlandse sport, maar wel één met buitenlandse schaatsers in de Nederlandse competitie. En een sport die Olympisch kampioenen voortbrengt”, doelt ze op schaatser Irene Schouten, die op de Olympische Spelen drie gouden medailles pakte.

Na twee wisselende coronajaren is Team DGS klaar voor een nieuw seizoen vol spannende wedstrijden. “Hopelijk met veel publiek én natuurijs”, blikt Pasveer vooruit. “We hebben een heel mooie ploeg met echte natuurijsspecialisten. Ik verwacht veel podiumplaatsen. Op het kunstijs moeten we het gaan hebben van de aanvallen.”

‘Je rijdt als één team en wint samen’
Na lang zelf te hebben geschaatst, is ze alweer bijna 25 jaar actief als coach. Wat haar zo bindt aan het marathonschaatsen? Over die vraag hoeft ze niet lang na te denken: “Het spelletje maakt het zo mooi. Een marathon rijdt als een koers. Je rijdt als één team. Je ondersteunt elkaar, rijdt gaten dicht, gaat voor de juiste ontsnapping en wint samen”, vertelt ze. “En op natuurijs ben je zo dicht bij de natuur. Je hebt te maken met ijzel, sneeuw, wind, kou en soms een zonnetje. En het is niet standaard. Als er ijs is, moet je erbij zijn.”